Hij is 76 jaar oud en zowel in als buiten de Tsjechische Republiek bekend. Hij publiceerde 11 boeken met cartoons, illustreerde meer dan 60 boeken, exposeerde wereldwijd meer dan 70 keer en verluchtigt al jaren kranten en tijdschriften met zijn onderkoelde humor. Elke maand is ook in Reader’s Digest de laatste lach voor hem.
Wij spraken met hem over scheepvaart, over het begin van zijn carrière en over het weergeven van de essentie van het bestaan met minimale middelen.
Je tekent je cartoons met de eenvoudigst mogelijke lijnen. Hoe kwam je tot die stijl?
Ik wilde eind jaren zestig gevatte grappen tekenen en ik besefte dat gevatheid precisie vereist. En als je eenmaal weet wat je wil, dan is het een kwestie van techniek verfijnen.
Je begon je carrière op zee.
Ik wilde schilder worden, maar mijn ouders vonden dat helemaal niks. Ik ging scheepsbouwkunde studeren aan de marineacademie in Varna, in Bulgarije, en voer daarna tien jaar in de koopvaardij. Maar ik bleef schilderen, vooral met olie: jonken op de Parelrivier, dat soort dingen.
Je hield niet van de scheepvaart?
Ik haatte mijn baan en ik beloofde mezelf dat ik op mijn 30ste zou stoppen. Ik wilde iets gaan doen waar ik van genoot en waar ik ook nog van kon leven.
Hoe maakte je de overstap naar cartoonist?
Toen ik ontslag nam, had ik nog recht op bijna 18 maanden vakantie. Ik nam alles op en ging met mijn tekeningen op pad langs tijdschriften. Het werkte.
Dat klinkt veel te makkelijk …
Tja, er was altijd wel wat. Het was 1968. De Russen waren gekomen en twee jaar lang waren bijna alle bladen verboden. Plotseling was er helemaal niets meer te doen.
Dus toen moest je weer op pad.
Vrienden hebben me gered. Ik kreeg de kans om een strip te tekenen in een kinderblad: hoe maak je vuur zonder lucifers, hoe overleef je in de natuur. Dat soort dingen.
Kon je daarvan leven?
Het was beter dan niets. Belangrijker was dat ik in 1969 Franz Maechler ontmoette, de hoofdredacteur van het Zwitserse satirische blad Nebelspalter. Ik kreeg een pagina in dat blad en bleef 25 jaar voor hem werken.
Veel van je cartoons gaan over de wereld van artsen.
Artsen zijn mijn favoriete onderwerp, en een makkelijk onderwerp. Je tekent een man in een witte jas en iedereen weet wat het is. Humor zonder woorden draait om symbolen die de kijker moet interpreteren. In dit geval delen we allen dezelfde ervaring, waardoor de communicatie tussen tekenaar en kijker makkelijk wordt.
Heb je ooit een onderwerp niet kunnen uitwerken?
Ik heb eens voor een sportblad gewerkt en maakte rommel. Echte humor draait om de essentie van het bestaan, niet om een oppervlakkig spelletje met symbolen. Wat voor essentie zit er nou in sport? Ik heb altijd spijt gehad van die tijd.
Moet je tekenen om te overleven, of doe je het alleen nog voor je plezier?
Op mijn leeftijd moet je alleen nog dingen voor je plezier doen.