Het ‘Mechanisme van Antikythera’ werd meer dan 2000 jaar geleden gebouwd; daarbij vergeleken lijkt een moderne klok speelgoed.
Markus Ward
Het is voorjaar 1900: Een groep sponsduikers pauzeert voor de kust van een klein Grieks eiland, Antikythera, terwijl ze wachten op een gunstige wind om hen naar Noord-Afrika te brengen. In deze pauze besluit Elias Stadiatis een duik te nemen op de plek waar ze voor anker zijn gegaan. Op ongeveer 45 meter diepte ziet hij de zeebodem. Hij schrikt zo van wat hij daar ziet, dat hij ijlings weer naar boven gaat, waar zijn verbijsterde collega’s vol ongeloof luisteren naar zijn beschrijving van een tafereel van rottende lijken. Omdat hij denkt dat Stadiatis dronken is of caissonziekte heeft, haalt kapitein Dimitrios Kondos zijn duikuitrusting tevoorschijn en besluit zelf een kijkje te nemen. Hij komt snel naar boven met een menselijke arm van brons, afkomstig van wat een stapel beelden blijkt te zijn van een scheepswrak uit de oudheid.
Kondos meldt de vindplaats aan de autoriteiten. In het jaar daarop vinden de sponsduikers en de Griekse marine een schat aan oude scheepsuitrusting, een lier, glaswerk en adembenemende oude Griekse beelden, zoals de ‘Jongeman van Antikythera’ die nog steeds prominent wordt tentoongesteld in het Nationaal Archeologisch Museum in Athene. Tussen deze spectaculaire vondsten blijven een klomp brons en de resten van een houten kist die erbij lijken te horen grotendeels onopgemerkt.
Pas een jaar later herontdekt Spyridon Stais, politicus en neef van de conservator van het Nationaal Museum, het stuk brons in het museumdepot en merkt iets sensationeels op: in het gecorrodeerde metaal zit minstens één metalen tandwiel verborgen – het oudst bekende vergelijkbare apparaat tot dan toe was een Byzantijnse tandwielzonnewijzer, die 5 tot 7 eeuwen later was gemaakt.
Verschillende archeologen hebben sindsdien bij Antikythera opgravingen gedaan, onder wie de beroemde Jacques Cousteau, en nog meer artefacten gevonden. Historici denken dat het gezonken schip een lading toen al eeuwenoude curiosa vervoerde. Door zorgvuldige studie van de overige vondsten en het apparaat zelf kan het Mechanisme van Antikythera worden gedateerd tussen de 3de tot het midden van de 1ste eeuw v. Chr.
In de jaren 50, nadat het stuk brons in 82 fragmenten uiteen was gevallen, deed de Britse wetenschapshistoricus Derek de Solla Price verder onderzoek. Samen met de natuurkundige Charalampos Karakalos gebruikte hij voor het eerst röntgenstralen om in het mechanisme te kijken. “Op basis van alles wat we weten over wetenschap en technologie in de Hellenistische tijd dachten we altijd dat zo’n apparaat niet kon bestaan”, aldus een opgewonden De Solla Price. In 2005 gebruikte een multidisciplinair team onder leiding van professor Mike Edmunds van de universiteit van Cardiff en dr. Tony Freeth, die nu is verbonden aan het University College Londen, geavanceerde apparatuur zoals computertomografie om verder te ontdekken waarvoor het oude apparaat precies was ontworpen.
De replica’s die sindsdien zijn gebouwd, laten zien dat het oorspronkelijke apparaat minstens 69 met de hand te bedienen tandwielen had die de maan en de zon door de dierenriem volgden. Ze hielden zelfs rekening met de elliptische baan van de maan, die niet alleen maanfasen voorspelde, maar ook de tijd en de graad van verduisteringen, allemaal tientallen jaren voordat ze plaatsvonden. Er was zelfs een extra wijzerplaat die voorspelde waar en wanneer de volgende Olympische Spelen zouden plaatsvinden! Sommige onderzoekers denken dat het apparaat ook de posities onthulde van de vijf planeten die in de Oudheid bekend waren.
Wie het apparaat heeft gebouwd is onbekend, al denken sommige deskundigen dat het Archimedes (ca. 287 tot 212 v. Chr.) kan zijn geweest. Freeth acht dit echter onwaarschijnlijk.
Het staat wel vast dat door de ontdekking van het Mechanisme van Antikythera de geschiedenis is herschreven. Het apparaat bewijst dat de oude Grieken veel hoger ontwikkelde technische kennis hadden dan eerder werd gedacht. Derek de Solla Price vergeleek het met het openen van het graf van Toetanchamon en het vinden van ‘vergane maar herkenbare onderdelen van een verbrandingsmotor’.
Het zou nog 15 eeuwen duren voordat een ander apparaat van vergelijkbare complexiteit werd gemaakt om de bewegingen aan de hemel te meten en voorspellen. Jacques Cousteau, beschreef het belangrijke artefact als volgt: “Honderd jaar voor Christus hadden de Grieken al de sleutel tot de industriële revolutie en moderne computertechnologie.”